Bescheiden
Een man zei me ooit dat we in de ogen van God nietswaardige wormen zijn, ik zei toen dat dat een belediging is aan het adres van God omdat we naar Zijn evenbeeld zijn geschapen. Deze man was vals bescheiden, als ik hem had gezegd dat hij inderdaad een nietswaardige worm was, waaraan ik m’n tijd beter niet kan besteden, had hij zich beledigd gevoeld. Liever arrogant en eerlijk en echt dan vals bescheiden denk ik dan.
Er waren eens drie monniken aan het opscheppen over hun klooster. De eerste zei:’Ons klooster is uitmuntend in meditatie, gewoon geweldig’. De tweede zei:’Ons klooster is formidabel in het gebed, onovertroffen’. De derde zei:’Ons klooster is het neusje van de zalm op het gebied van bescheidenheid, daarin is niemand beter’(-)
Een man zei van zichzelf dat z’n uitspraken niets voorstelden en je zag aan hem dat hij van je verwachtte dat je dat tegen zou spreken, hij viste naar een compliment, ook valse bescheidenheid dus, zoals zo vaak.
Als ik een vrouw die me wel eens helpt wat lekkers aanbied zegt ze dat ik dat voor haar niet hoef te doen, dat het wellicht teveel moeite voor me is om dat voor haar te doen, in plaats van gewoon te bedanken voor de aardige geste van me.
Nelson Mandela zei dat er niets verlichts is in je klein voor te doen en ik ben het helemaal met hem eens. Als je bescheiden bent neem je met te weinig genoegen kies je voor de kruimels in plaats van het brood waar je recht op hebt. Liever een gezonde zelfwaardering dan valse bescheidenheid is m’n motto. De Bijbel zegt zelfs:’Weet ge niet dat ge goden zijt!’. Claim je erfgoed dus.
Een man zei:’Ik ben maar een eenvoudige boerenlul’. Toen ik zei dat hij dat beter niet van zichzelf kan zeggen, dat er voldoende anderen zullen zijn die dat graag zeggen en dat hij intelligent op me overkwam toen glom hij van trots(-). Hij viste indirect naar een compliment en dat kreeg hij van me.
M’n oudste zoon Danniel zei over een medescholier:’ Die gedraagt zich echt op een manier van sorry dat ik geboren ben’
Wat betreft het gebruik van ons potentieel mogen we terecht bescheiden wezen, onderzocht is dat we slechts 5% van ons potentieel gebruiken en daar geen weet van hebben en dat wel best vinden ook.
Bert is heel bescheiden en beklaagt zich bij Ernie dat Ernie het grootste stuk taart heeft genomen. Ernie zegt:’Welk stuk had jij dan genomen?’. Bert zegt bescheiden:’Het kleinste stuk’. ‘Wat zeur je dan dat heb je nu toch!’ zegt Ernie leuk.
Freud zei:’Mensen zijn beter dan ze weten, maar slechter dan ze denken’. Als je beter bent dan je weet is er geen reden om bescheiden te zijn en mag je jezelf op goddelijke waarde schatten. We zijn slechter dan we denken vanwege het geïdealiseerde zelfbeeld dat we er vaak op na houden omdat we ons reële zelfbeeld niet uit konden staan, het lijkt een oplossing te zijn maar door het gecreëerde geïdealiseerde zelfbeeld kunnen we ons reële zelf nog minder uitstaan.
Cassius Clay die zich later Muhammed Ali noemde zei: I’m the greatest’ en dat werd hem kwalijk genomen dat hij niet bescheidener was, van mij hoefde hij niet bescheiden te zijn want hij was ook de grootste en beste bokser en mocht daar voor uitkomen.
Alexander de Grote wilde een schilderij ophangen en dat lukte heb niet een bediende zei:’Laat mij het maar ophangen want ik ben groter’, waarop Alexander zei: ‘Langer ben je groter zeker niet’. Heel mooi zie de ander niet als meer of minder, maar voel je verbonden met alles en iedereen in een gezonde eigenwaarde.
Hier nog enkele quotes die ik vond over bescheiden:
Bescheidenheid is niets anders dan de berusting van de kleinheid of de zekerheid van de grootheid. J.Rostand
Wie bescheiden is, heeft er alle reden toe. B.De Meutter
Bescheidenheid is vaak eerzucht die haar tijd afwacht. C.Buddingh
Bescheidenheid is de kunst om de anderen al het goede te laten zeggen dat je van jezelf denkt. P.Bouvard
Alleen nietswaardigen zijn bescheiden; flinke mensen verheugen zich over hun daden. Johann Wolfgang von Goethe
De meest zekere manier om niet heel ongelukkig te worden is niet te verlangen heel gelukkig te worden, dus door in je aanspraken op genot, bezit, aanzien, eer enzovoort, bescheiden te zijn. A. Schopenhauer
Bescheidenheid is het enige zekere aas als je vist naar lofprijzing – Lord Chesterfield
Als je een bescheiden mens beledigt of in z’n eer aantast, blijkt hij ineens niet meer zo bescheiden te zijn – Henny Bos