Rollen in de TA en dramadriehoek
WELKE ROLLEN SPELEN WIJ T.O.V. ONZE PARTNER?
Uit de Transactionele analyse(TA) kennen we de rollen Ouder, Volwassene en Kind, de rollen zitten alsvolgt in elkaar:
OUDER: Als je je gedraagt zoals je ouders/verzorgers deden.
VOLWASSEN: Als je je gedraagt, denkt en voelt op een manier die past bij de realiteit van het heden en de persoon die je NU bent, overeenkomstig met de mogelijkheden die je NU hebt. (Dit heeft overigens niets te maken met volwassen zijn: een kind van 6 kan ook de volwassen rol aannemen).
KIND: Als je je gedraagt, denkt en voelt als toen je kind was.
Meestal wisselen we veelvuldig van rol, maar er zijn ook mensen die voornamelijk één bepaalde rol spelen en/of een andere rol uitsluiten.
Als A in de rol van ouder zit en zich richt op het kind in B, kan B niet als volwassene naar de volwassene van A reageren, maar moet zich of als kind of als ouder opstellen om in contact te komen en rapport te maken.
DE BEVESTIGENDE EN DE ONDERMIJNENDE KANT VAN DE ROLLEN:
OUDER: VOEDEND: zorgen, be- & aanmoedigen, oog hebben voor de ander. KRITISCH: verbieden, betuttelen, gebieden, controleren, overstelpen, afkraken, negeren, kleineren, beleren. GRENZEN: overschrijd de grenzen van anderen nogal eens
VOLWASSEN: POSITIEF: informatie opnemen, de situatie accepteren, logisch denken, plannen, realistisch in het nu, empatisch, liefdevol. NEGATIEF: berekenen, onbetrokken, afstandelijk, afhoudend. GRENZEN: gezonde grenzen die open en dicht kunnen als dat nodig is, flexibel en dynamisch
KIND: VRIJ: impulsief, spontaan, creatief, lerende capaciteit. NEGATIEF: eisend, egocentrisch, kinderachtig. GEHOORZAAM of REBELS: volgzaam/aangepast of tegendraads (= net zo aangepast!).. GRENZEN: kent z’n grenzen niet
DE DRAMA-DRIEHOEK: MACHT & MANIPULATIE.
(reacties vanuit de rollen OUDER & KIND. De volwassen-rol doet hier niet aan mee).
AANKLAGER:
Beschouwt de ander als minderwaardig en niet okay.
Kleineert de ander.
Is beschuldigend
Maakt verwijten.
Is kwaad zonder positieve wens tot verandering.
Schendt de grenzen van de ander
De Aanklager zegt & denkt & voelt bijvoorbeeld:
“Nu heb ik je…”
“Je doet het helemaal fout.
“Als jij/de wereld anders was…”
“Ik heb je gewaarschuwd….”
“Als je niet doet wat ik zeg….”
“Aan jou heb ik ook niets…”
“Je bent een slechte partner/echtgenoot/vader….”
“Ik wil mijn gram halen…”
“Jij hebt mij vanalles aangedaan”
REDDER:
Beschouwt de ander als minderwaardig en niet okay.
Reageert door hulp aan te bieden vanuit een superieure positie.
Ziet de ander als hulpeloos.
Geeft zichzelf het recht/de plicht te helpen (zelfs zonder dat de ander zichzelf helpt).
Biedt hulp die afhankelijk houdt/maakt.
Overschat zichzelf en onderschat de ander.
Schendt de grenzen van de ander
De Redder zegt & denkt & voelt bijvoorbeeld:
“Ik probeer je alleen maar te helpen”
“Waarom doe je niet…”
“Wat moet je zonder mij…”
“Het is in je eigen belang”
“Laat mij het maar doen”
SLACHTOFFER:
Beschouwt zichzelf als minderwaardig en niet okay.
Klaagt zonder verantwoordelijkheid te nemen.
Houdt/maakt zich onnodig afhankelijk.
Onderschat zichzelf en overschat de ander.
Laat z’n grenzen schenden
Het Slachtoffer zegt & denkt & voelt bijvoorbeeld:
“Ik weet het niet / kan het niet / snap het niet….”
“Het is zo moeilijk…”
“Arme ik…”
“Ja maar….”
“Schop & sla & scheld maar, ik verdien het…”
“Jij weet het vast allemaal beter dan ik”
“Je zit me altijd zo op mijn nek”
“Je zeurt altijd zo”
“Ik kan het ook nooit goed doen”
“Het ligt allemaal aan mij”
Slachtoffers
Je voelt je slachtoffer van alles om je heen. Je spreekt vaak in termen van ‘ja maar’, ‘ik ben nou eenmaal zo’,’ ik heb het nou eenmaal druk’, ‘ik kan er toch ook niets aan doen’ , ‘het komt door de kredietcrisis/de overheid/de ander’,etc. Kortom: slachtoffers klagen graag en voelen zich vaak minder dan anderen. Ze voelen zich ook vaak wrokkig omdat hun aanpassingsgedrag niet het resultaat oplevert dat ze graag zouden zien, ze cijferen zichzelf weg in de hoop daarvoor beloond te worden en dat lukt niet en dat leidt tot wrok en woede
Aanklagers
Je valt een ander graag verbaal aan met woorden en zinnen als; ‘wat ben je toch vergeetachtig’, ‘aan jou heb ik ook niets’, ‘ik irriteer me enorm aan jou’, ‘kun je niet eens stoppen met dat gezeur’ etc. Aanklagers vallen anderen aan, weten het altijd beter en plaatsen zichzelf vaak boven de ander. De aanklager zegt de ander wat hij of zij moet denken, voelen en doen en wil de controle over de ander.
Redders/helpers
Je helpt anderen te veel en te graag en je neemt verantwoordelijkheden op je die niet bij jou horen. Je lost te graag problemen van collega’s op, vindt het moeilijk om te delegeren en houdt erg van harmonie. Redders gaan niet graag conflicten aan. Redders snappen niet dat ze de ander zo nooit leren om zelf de verantwoordelijkheid voor hun leven te nemen, ze nemen het van de ander over en dat is nogal aanmatigend en belerend en arrogant en daar schuilt dus minderwaardigheid onder, de schaduwkant van het enneagramtype de helper is het gevoel ik ben niets waard. Ze denken hun waarde te kunnen ontlenen aan hun helpende gedrag en proberen het dus van buiten te halen, waar het niet te vinden is.
De kunst is om de subtiliteit van de rollen in je werk/leven te gaan zien. Dit kan alleen als je heel eerlijk naar jezelf kijkt en ziet dat je elke dag vele malen in de dramadriehoek zit.
Ook hierbij wordt van tijd tot tijd van rol gewisseld.
Bijvoorbeeld:
Het Slachtoffer heeft op een gegeven moment genoeg van de Redder of de Aanklager. Dan kan hij/zij in opstand komen en de rol van Aanklager aannemen. De Redder of Aanklager neemt vervolgens veelal de rol van Slachtoffer aan: “ik probeer je alleen maar te helpen.” (voorheen de Redder) of “Wat heb ik nou toch verkeerd gedaan?!” (voorheen de Aanklager).
HOE STAPPEN WE HIER UIT?
Tips voor de AANKLAGER:
Geef en/of vraag feedback en doe een stapje terug in plaats van het leven van de ander te willen beïnvloeden, beheersen & controleren. Respecteer de grenzen van de ander.
Tips voor de REDDER:
Help de ander door je hulp af te stemmen op de ander en neem de verantwoordelijkheid voor jezelf i.p.v. alleen voor de ander. En zie in dat de ander zelf z’n verantwoordelijkheden moet nemen en geef alleen hulp als daar om gevraagd wordt en schendt zo de grenzen van de ander niet.
Tips voor het SLACHTOFFER:
Wees realistisch en verantwoordelijk voor je eigen leven i.p.v. alleen maar naar de ander te wijzen. Let meer op je grenzen, wees assertief en eerbiedig je grenzen.
Bron: Espavo – Sylvia Slegers, met heel wat aanvullingen van mij. Dit artikel zal worden opgenomen in de brochure ‘Persoonlijke grenzen en codependentie’ dat in 2012 zal verschijnen