Logdrum

logdrum

Als meditatie speel ik nog wel eens op m’n logdrum, geniet van het geluidsfragment: logdrum

Gevoelens

Ik ben bezig met een boek over gevoelens en ben gevoelens aan het inventariseren, ik zal wat ik nu heb alvast publiceren, er komt nog veel meer bij, ik moet dat nog uittypen en verwerken. Het was een idee van Peter de Kock om gevoelens op m’n site te zetten, bij deze:

A: aaien, aanbiddelijk, aanblazen(ruzie/emotie doen ontvlammen) aandachtig, aandoening, aandoenlijk,aangedaan, aangebrand zijn, aangeslagen, aangrijnzen, aangrijpend, aanhalig, aanhankelijk, aanhikken tegen iets, aanmatigend, aanstellen, aanstoot nemen,aantrekkelijk, aanvoelen, aap wat heb je mooie jongen spelen, aarden, aardend, aards, aarzelend, abominabel, acclimatiseren, ach en wee over iemand roepen, achteloos, achten, achterbaks, achterdochtig, achting, adembenemend, admiratie, adrem, afdruipen,affect, afgaan als een gieter, affectie, affiniteit, affronteren(iemand voor het hoofd stoten),afgebrand, afgeleefd, afgemat, afgemeten, afgesloten van, afgetobd, afgetrokken, afgewezen, afgedankt, afgepeigerd, afgewerkt zijn, afgezaagd, afgezeikt voelen,afgrijzen, afgunstig, afhankelijk, afkeer, afkoelen, afmartelen, afpijnigen,afschuw, afschuwelijk, afstandelijk, afstand houdend, afstompen, afstotelijk, afwachtend, afwerend, afzien, afzoenen, ageren, agitatie, agressief, aha-erlebnis, aimabel, akelig, aktief, alarmeren, alert, alleen, alleen gelaten, alleraardigst, allerliefst, allerminst, allergisch zijn voor, als bevroren, als in de mist, als in een vacuüm, allure, ambitieus, ambivalent, amicaal, ammehoela, amoureus, anders, androgyn, angstaanjagend, angstwekkend, angsthaas, angstig, angstvallig, antidependent, antipathiek, antropofobie(mensenvrees) apenliefde, apatisch, apologetisch(verdedigend), appelfauwte(Lichte, meestal geveinsde flauwte), appelig(sloom,futloos), appreciatie,argwanend, arglistig, argwanend,arm, armoedig, arrogant, ascetisch, a-sociaal, aspiratie, assertief, assimileren, astrant(vrijpostig)attent, aversie, avontuurlijk

B:bagger schijten, bakzeil halen, belaagd, balend van, balen als een stekker, balorig, balsturig(ongezeglijk,eigenzinnig), banaal,bang, bar, bar en boos, bars, bedachtzaam, bedaren, bedeesd,bedreigd, bedroefd, bedrogen, bedrukt, beestachtig, begaan, begeerd, begeerte, begeesterd, begerig,begillen, begrepen, begripvol, begrijpend, behaaglijk, behagen, beheerst, behept, behoeftig, bekaaid, bekakt, beklagen,beklemd, beknellen, bekoelen, bekomen, bekommerd, bekoring, bekreunen, bekrompen, bekruipen, belabberd,belachelijk, belangrijk, belast, belasterd, belatafeld,belazerd, beledigd, beleefd, bemind, bemoederd, benauwd, benepen, beperkt, beren op de weg zien, bereidwillig, berekenend, beroerd, beroeren, beroofd, berooid, berouwvol, berusten,beschaafd, beschaamd, beschadigd,bescheiden, beschermd, bescheten, bescheuren, beschroomd, beschuldigd, besmet, besmuikt(steels ,geniepig), best, bestolen, betasten, betekenisvol, beter, beter dan, beteuterd,betijen, betoverd, betrapt, betreuren, betrokken bij, betutteld, bevallig, bevangen, beven, bevestigd, bevlogen, bevoogd, bevrijd, bewenen, bewogen, bezeerd, bezeten, bezieling, bezopen, bezorgd, bezwaard voelen, bezweet, bezwijken, bibberig,bits, bij de hand, bijkomen, bijtrekken, bijzonder, binnen pretje, bitter, blakend, blanco, bleu, blij, blijmoedig, boef, bloedlink,  bloednerveus, bloedstollend,bloot, blootgeven, blozen, boer, bofkont, bonje, boos, boosaardig, braaf, braakneigingehn krijgen, bravoure, breekbaar, buiïg(humeurig),buitenbeentje, buiten spel gezet, buitengesloten, buitengewoon, buitensporig, buiten zichzelf zijn van angst, burgerlijk, burlesk(zot)

C: cabaretesk, canailleus(liederlijk), capabel, capricieus(grillig,luimig) carnavalesk, catharsis, chagrijnig, charismatisch, charlatan, charmant, charmeur, chaotisch, chagrijnig, chicaneur(haarklover), claustrofobisch, clean, clear, clever, clichématig, clownesk, codependent, coherent, comfortabel, commotie, compassie,competent, competitief, compleet, complex,confuus, connotatie, consternatie, cool, creatief, cynisch

D: dankbaar, dapper, dat is me aan het hart gebakken, dat kan me geen biet schelen, dazig/onnozel, defensief, de bokkepruik op hebben, de buik vol hebben van .., de haren te berge rijzen, de maag draait me om, de pest in hebben, de pik op iemand hebben, de pik op iemand hebben, de pineut zijn, de rillingen lopen over m’n rug, de slappe lach hebben, depressief, deugdzaam, dichtbij, dief, dienstbaar, dik, dom voelen, door de stront gehaald, doods, doodsbang, door een rose bril kijken, draaierig, droevig, dronken, druk, duf, duivels, duizelig, dwaas voelen

E: echt(mezelf), een bitch, een broertje dood hebben aan iets, een brok in z’n keel hebben, een casanova, een gat in de lucht springen, een hart van steen hebben, een blok aan het been, een hele baas zijn, een hele piet, een koud bad krijgen, een kort lontje hebben, een lange arm hebben, één met het geheel, een punthoofd krijgen, eensgezind, eenzaam, eerbied, eerzuchtig, elegant, ellendig, energiek, enthousiast, ergeren aan , er als een berg tegenop zien, er de broek van afzakken, er de brui aan geven, er de buik vol van hebben, er een kater aan overhouden, er geen gat meer in zien, er genoeg van hebben, er knaagt iets aan me, er knapt iets in me, er schijt aan hebben, euforisch, excentriek, extatisch,

F: faalangst, fabelachtig, fanatiek, fantastisch, feilbaar, fel, fenomenaal, ferm, fijn besnaard, fier, fijn, fit, flauw, flauwtjes, flegmatisch, flexibel, flink, flitsend, fout, fragiel, freewheelen, frenesie(razernij,bezetenheid),fris, froiseren(licht krenken), fuifnummer, fulminerend, fundamentalistisch, furieus, fut, futloos

G: gaaf, gaar, galant, gallig, gangmaker, gaperig, gastromanie(zucht tot lekker eten en drinken),geaccepteerd, geagiteerd, geamuseerd, geanimeerd, gebelgd, gebeiteld zitten, gebelgd,gebeten zijn op iemand, geblameerd, gebonden, geborneerd, gebrand, gebrekkig, gebroken, gebroken hart, gebruikt, gebukt gaan onder.., gechanteerd, gecharmeerd, geciviliseerd, gecompromiteerd,geconcentreerd, geconditioneerd, gedeisd, gedesillusioneerd, gedesorienteerd, gedienstig,gedisciplineerd, gerdisponeerd,gedissocieerd, gedogen, gedomineerd, gedrocht, geduldig, gedumpt, gedwee, gedwongen, geëchauffeerd(opgewonden), geëmotioneerd, geen cent waard, geen centje pijn, geen fundament hebben, geen rust in z’n gat hebben,geestdriftig, geestelijke douche, geestelijk gezond, geestig,geestkracht, geestvervoering, geeuwerig(saai,vervelend),geëxalteerd, gefortuneerd, gefrustreerd, gegriefd, gehaaid, gehaast, gehaat, gehakt van iemand willen maken, gehandicapt, gehard, gehavend, gehecht, gehumeurd, geil, geinig, geïntegreerd, geïnteresseerd, geïntimideerd, geîrriteerd, geïsoleerd, gejaagd, gejammer, gek, gekant, gekend, geklaag,gekleineerd, gekoesterd, gekrakeel, gekrenkt, gekunsteld, gekwalificeerd, gekweld, geladen, gelaten, geldingsdrang, geloofwaardig,geliefd, gelukkig, geluksvogel, gelukzaligheid, gemakkelijk, gemakzuchtig, gemaltraiteerd, gemaniëreerd(gekunsteld), gematigd, gemeen, gemelijk, gemengde gevoelens, gemiddeld,gemoedelijk, gemoedereerd, gemoedsrust, gemotiveerd, genadeloos,genadig, genant,genegeerd, genegen, geneugte, genie, geniaal,genietend, genoegen, genoegdoening, genoeglijk, genot, genotziek, genotzucht,,genuanceerd, gepeperd,gepikeerd, geprikkeld, geraakt, geradbraakt, geraffineerd, geramd, geremd, gereserveerd, geroepen, geroerd, gerustgesteld, gesaboteerd, geschokt, gesloten, gespannen, gespleten, gestoord, gestresst, getormenteerd, getriggerd, gevleid, gewaardeerd, geweldig, gewenst, gewild, gewoontjes, gezegend, gezelligheid, gezond, gierigheid, gniffelen, gnuiven, goed, goed geluimd, goed gemutst, goedmoedig, grandioos, gratieus, gretig, grijs, grijze muis, griezelig, grimmig,  grof, grootheidswaan, groots, gulzigheid

H: haat, happy, hard, harmonieus, hartelijk, harteloos, hartstocht, hartzeer, hebberigheid, heel, heerlijk, heilig, heimwee, hels, hemels, herrezen, het achter de ellebogen hebben, het naar z’n zin hebben, het is bar vervelend, het je niets kunnen schelen, het kwade dier zijn, het niet op iets begrepen hebben, het op je heupen krijgen, het zit hem nog in de botten, hoogmoed, hoogsensitief, hoogtevrees, hoopvol, hopeloos, hovaardig, hubris, huggen, huilerig, hulpeloosheid, humeurig, hypocriet, hypomaan, hysterie

I: idioot, idiosyncratisch, idolaat, aan aanvaring komen met..,incompetent, independent, iemands hete adem in de nek voelen, in de steek gelaten, in de wolken, in de zevende hemel, indolent, in een rol gedrukt, ingebeeld, in het verkeerde keelgat schieten, in m’n kuif gepikt zijn, in m’n sas, in m’n wiek geschoten zijn, in paniek, inschikkelijk, intimiteit, intuïtie, interdependent, in vervoering, in vorm, in zak en as zitten, ijn zijn broek schijten,

J: jaloers, je betutteld voelen, je dik maken, je een mislukkeling voelen,, je geestelijk verkracht voelen, je heel wat voelen, je rot voelen,je gekieteld voelen, je getild voelen, jeugdig, jeuk, jolig, jong

K: kalm, kat in een vreemd pakhuis, kattig, keihard, kippevel, klasse, klein, klemgezet, klootten,  klootzak, knorrig, koppig, korzelig, koud/kil, krachtig, kregel, krenterig, kribbig, kriebel, kriegelig, kruidje-roer-me-niet, kwaad, kwetsbaar

L: laaghartig, lachen, lacherig, laf, lam geslagen, lemlendig, lankmoedig, leeg, lethargisch, leugenachtig, levendig, licht, licht in m’n hoofd, lichtvoetig, lief, liefdeloosheid, liefdevol, lijden, lollig, lomp, loser, luchtig, lui, lul, lullig, lusteloos,

M: macho, machteloos, machtig, magistraal, malicieus(kwaadwillig), manipulatief, manisch, mannelijk, masochistisch, mededogend, medelevend, medelijdend, medeplichtig, meedogenloos, meesterlijk, meevoelend, megalomaan, melancholisch, melig, met afschuw vervuld, met bezwaard hart, met de staart tussen de benen, met het verkeerde been uit bed stappen, met zijn ziel onder de arm lopen, miezerig, mijn bloed kookte, minachtend, minderwaardig, misantropie, miskend, misnoegd, misselijk, mistig, mistroostig, moe, moedeloos, moedig, mokken, monter, mooi

N: naar, naargeestig, naief, narrig zijn, neergedrukt, neerslachtig, negatief, nerveus, neutraal, nichterig, niet geteld, niet op m’n gemak, nietig, nietsnut, nieuw, nijdig, nors, nostalgisch, nuchter, nutteloos

O: oenig, oetlul, oké, omhelzen, omnipotent, onaantastbaar, onafhankelijk, onbeduidend, onbegrepen, onbehagen, onbeheerst, onbestemd, onbezorgd, onder druk gezet, ondermaats, onderschat, ondeugend, ongecontroleerd, ongeduldig, ongeliefd, ongelukkig, ongevoelig, ongewaardeerd, ongewenst, onervaren, ongeleid projektiel, onrechtvaardig behandeld, ontdaan, onteerd, ontevreden, ontgoocheld, ontheemd, onthutst, ontmoedigd, ontoereikend, ontroerd, ontspannen,ontsteld, ontwijkend, ontwricht, onuitstaanbaar, onveilig, onverbonden, onvergevingsgezind, onverschillig, onverstoorbaar, onverzorgd, onwennig, onzeker, oorlogszuchtig, op adem komen, op afstand, op een eiland, op effect belust, op iemands gemoed werken, op m’n gemak, open staan, op m’n qui-vive, op m’n hoede, open, op m’n paasbest voelen, op m’n pik getrapt zijn, op vleugels gaan, opgeblazen, opgehemeld, opgejaagd, opgelaten, opgelucht, opgeroepen, opgesloten, opgesokkeld, opgetogen, opgewekt, opgewonden, oprecht, opschepperig, opvliegend, op zijn achterse benen staan, op zijn gat liggen,oubollig, oud, ouderwets, oud zeer voelen, overactief, overdracht, overheerst, overrompeld, overspannen, overweldigd, over z’n toeren zijn,

P: paniekerig, panisch, paradijselijk, paranoia, parmantig, pechvogel, pestbui, pijn, pijn in de ziel, pispaal, pissig, platgewalst, plezierig, populair, positief, praatziek, prikkelbaar, pruilend

R: raakt tot op het bot, raar, rancune, rajas(beweeglijkheid, hartstocht, drift,energie), razend, rebels, reddeloosheid, relaxt, religieus, richtingloos, rijk, rillerig, rozig, rustig, ruwe bolster/blanke pit,

S: saai, sadistisch, samadhi, sanguinisch, sarcastisch, satori, sattva(harmonie,Zijn,waarheid,evenwichtigheid)sceptisch, schaamteloos, schaamtevol, scherp, schizoïde, schoon, schuchter, schuldig, seksueel aantrekkelijk/sexy, senang, sensueel, sereen, serieus, slachtoffer, slaperig, slecht, sloom, smart, smerig, snibbig, sociaal, somber, speciaal, speels, spijt, spiritueel, spraakzaam, stabiel, stekelig, sterk, stijf, stoïcijns, stoned, stout, stoutmoedig, stralend, streng, strijdlustig, stug, stuurloos, succes-gevoel, stuurloos, stuurs, suïcidaal, superieur,

sympathiek,

T: tamas(traagheid,volharding,weerstand), te gek, tegen de borst stuiten, tegenoverdracht, tegen heug en meug, tegenzin, tekort gedaan, teleurgesteld, terechtgewezen, terneergeslagen, tevreden, tieren, timide, toegenegen, toppie, treurig, triest, trillerig, troosteloos, trots, trut, tweederangs, tweeslachtig, twijfel

U: uitgeblust, uit balans zijn, uitbundig, uit de band springen, uitgelaten, uitgerust, uit het veld geslagen, uit zijn bol gaan, uit z’n dak gaan, uit z’n hum zijn, uitgeput

V: vaardig, van de kaart zijn, van de kook zijn, vastbesloten, vastgezet, veerkrachtig, veilig, venijnig, verantwoordelijk, verbitterdheid, verbonden, verdrietig, verdwaald, vereerd, vergenoegd, vergevingsgezind, verguld, verheerlijkt, verheven, verlamd, verlangend, verlaten, verlegen, verleid, verleidelijk, verliefd, verloren, verlost, vermoeid, vernederd, verongelijkt, verontrust, verontwaardigd, verraden, verrast, verschuldigd zijn, verslagen, versteld staan, verstikt, verstoord, vertroost, vertrouwd, vertrouwend, verveeld, vervreemd, verwaand,verwachtingsvol, verward, verwelkomd, verwend, verwijfd, verwond, verzuurdheid, vief, vies, vijandig, vilein, vinnig, vol genot, vol vertrouwen, vol welbehagen, voldaan, vredig, vreemdeling, vreesachtig, vreugdevol, vriendelijk, vrij, vrij van zorgen, vrijgevochten, vrijmoedig, vrolijk, vrouwelijk

W: waakzaam, waardevol, waardig, waardeloos, walging/walgend, wanhopig, wantrouwig, warm, wattebollig, wattig, wedergeboren, weeïg, weekhartig, weemoedig, weerzin, wegkwijnen, wild, wit heet, woedend, wraakzuchtig, wroeging, wrokkig,

Z: zacht gestemd, zeeziek, zeker, zelfbewust, zelfdependent, zelfgenoegzaam, zelfingenomen, zelfstandig, zelfzuchtig, zelfverzekerd, zenuwachtig, ze steken elkaar aan, zich iets laten aanleunen,ziek van.., zielsbedroefd, zijn adem inhouden, zijn bekomst van iets hebben, zijn gal spuwen, zijn gat afvegen met, zijn hart vasthouden, zijn kont mee afvegen, zombie, zondebok, zonnig, zorgelijk, zorgzaam, zuinig, zwaar, zwaar op de hand zijn, zwaar op de maag liggen, zwak, zwarte schaap, zwartgallig ,zweverig, zwijn,