Rollen ontstaan uit het innerlijke kind en vaak veroorzaakt door opvoeders.
Ik moet mijn uiterste best doen om anderen te helpen, daarachter schuilt de gedachte ik ben slecht.
Ik moet de ander redden anders ben ik een egoïst, dit leidt tot de helper en redder rol uit de Dramadriehoek dus tot slachtofferschap.
Ik moet perfect zijn daarachter zit ik ben vreselijk.
Iedereen moet van me houden ofwel de gedachte ik ben waardeloos.
We hangen de vuile was niet buiten hieruit volgde dat je het zwijgen werd opgelegd over misstanden je moest het onacceptabele accepteren een bron voor de vorming van codependentie.
Ouders negeerden je en besteedden onvoldoende aandacht aan je gevolg dat je de rol ging spelen van niet mogen zijn niet meetellen later ging je dat soms overcompenseren met arrogantie of narcisme.
Opvoeders die aan gaslighting deden ofwel zeiden dat je iets gezegd of gedaan had terwijl dat niet zo was waardoor je ging twijfelen aan je gezonde verstand de rol van twijfelaar krijg je dan en van lage eigenwaarde je vindt dan de mening van de ander belangrijker.
Fysiek of geestelijk misbruik kunnen leiden tot dissociatie en lage eigenwaarde.
De rol die Eric Berne beschrijft is
Kijk-Eens-Hoe-Goed-Ik-Ben
Deze rol komt voort uit onmacht en gevoelens van minderwaardigheid
Opgedaan door te strenge ouders die perfecte kinderen wilden het kan tot narcisme leiden.
Als ouders je in de steek lieten en negeerden kunnen minderwaardigheidsgevoelens ontstaan, een niet mogen zijn, dit kan leiden tot depressie of arrogantie als we het overcompenseren.