Spelletjes die mensen spelen

Om te ontkomen aan de werkelijkheid en om bijbedoelingen te verhullen en ook verborgen agenda’s te verbergen en om bezigheden te rationaliseren en om te manipuleren en controleren spelen mensen spelletjes met elkaar.

Een man die heel getruct was en therapeutje speelde en nog veel meer, ontmoette ik eens en ik zei:’Ach we spelen allemaal wel eens een spelletje’, om hem gerust te stellen. Als door een wesp gestoken zei hij verontwaardigd: ‘Spelletje?, speel jij dan spelletjes?!!!’. Dat zijn de ergste, de mensen die niet willen toegeven dat ze wel eens een spelletje spelen.

Heel wat van die spelletjes zijn beschreven in het boek ‘Games people play’ van Dr.Eric Berne, in het Nederlands slecht vertaald als ‘Mens erger je niet’.

Een van de spelletjes die hij niet noemt is een spel dat ik nogal eens tegenkom en dat is het spel ‘Kijk-eens-hoe-goed-ik-ben!’.Het wordt vooral gespeeld door narcisten die graag bewierookt willen worden en kritiek afwijzen. Ze scheppen op over hun presaties en overdrijven dat om indruk te maken. Ik denk dan: ‘degeen die indruk op je probeert te maken is onder de indruk van jou!’ en stoor me er dus niet aan. Ik sokkel dat soort mensen meestal op dan snappen ze het wel. Ik speelde dit spel vroeger ook en toen zei een direkteur eens tegen me:’Ach jij weet het ook altijd beter he!’ en toen kwam ik tot het inzicht dat ik arrogant was en betweterig en deed er wat aan.

Het spel ‘Arme-ik’ noemt Berne ook niet en ook dat kom ik nog wel eens tegen. Het is het spel van de klagers, zeurpieten, zeikers en losers en slachtoffers. Ze beklagen zich over alles en geven anderen en omstandigheden daarvan de schuld. Ze hebben een externe locus van controle waar een interne locus van controle ervoor zou zorgen dat ze zelf de verantwoordelijkheid voor hun leven zouden nemen. De ‘Arme-ik’ speler stelt de vraag ‘waarom ik?’ in plaats van te vragen naar Hoe en wat hij kan doen. Er wordt wat afgeklaagd, omdanks de welvaart in dit land. Mensen tellen hun zegeningen niet en zijn vaak niet dankbaar voor wat ze hebben en zijn. ‘Wat ga je er aan doen?’ kan een vraag zijn die deze spelers de ogen opent, ze komen er zelf niet op uit zelfmedelijden.

Het spel ‘Nu-heb-ik-je-ellendeling’ noemt Berne wel en dat spel speel ik nog vaak om m’n woede af te reageren en kwijt te kunnen. Andere spelletjes die Berne noemt zijn:

-Kijk-eens-wat-je-me-nu-hebt-laten-doen!

-Zo-druk(erg actueel!)

-Is-het-niet-vreselijk

-Ik-probeer-je-alleen-maar-te-helpen

-Ze-zullen-blij-zijn-dat-ze-me-gekend-hebben

Ik noem nog wat spelletjes waar ik zelf op kwam die Berne niet noemt. Het spel dat vaak wordt gespeeld is ‘Ja-maar…..-ik-kon-er-niks-aan-doen’. Fouten worden dan uitverdedigd en men leert er dus niet van en herhaalt de fout weer(l’histoire se repète). Een magazijnchef zei tegen me:’Je bent de enige manager die z’n fouten eerlijk toegeeft en er van leert, wanneer word je direkteur’. Confucius zei:’Helaas ik heb nog geen mens gezien die z’n gebreken heeft opgemerkt en er zich innerlijk over gegispt heeft’. Rumi zei:’Hij die z’n gebreken niet erkent is zijn eigen vijand’. ‘Ja maar…’ zegt de speler van dit spel dan en denkt het weer beter te weten en gelijk te hebben. Een NLP-trainer zei dat fouten niet bestonden alleen resultaten. Hij schreef Boeda op de flipover, ik wees ‘m op de foute spelling dat het Boeddha moet zijn, hij zei dat het niet fout was maar zijn manier om het te spellen en was heel eigenwijs en leerde dus niks en verbetert z’n leven dus niet, heel dom.

Een spel dat ik ook nogal eens tegenkom is ‘Ik-ben-je-te-slim-af’. Onderzocht is dat 80% van de Nederlanders denkt dat ze een bovengemiddelde intelligentie hebben, dus dit spel wordt vaak gespeeld. Je slimmer achten dan een ander is de zekerste manietr om bedrogen uit te komen, de ander zal het niet accepteren. Ik doe het ook wel eens op een onschuldige manier als een vriend op bezoek is en ik zin aan koffie heb, vraag ik of hij nog koffie voor zichzelf wil halen en als hij dan ja zegt vraag ik slim of hij dan voor mij meteen een beker meeneemt, we kunnen erom lachen.

Een spel dat mensen onbewust vaak spelen is ‘Geef-me- het-gevoel-dat-ik-belangrijk-ben’. Een Amerikaan zei dat mensen een onzichtbaar bordje op hun voorhoofd hebben met de tekst ‘Make me feel important!’. Het is een spel dat vooral door codependenten wordt gespeeld die hun waarde ontlenen aan hoe anderen over hen denken en ‘t gedrag van die ander dus manipuleren en proberen te beïnvloeden en controleren om hem gunstig te stemmen, om zichzelf goed te kunnen voelen.

Hoeveel bevestiging je ook geeft het zal niet veel helpen, want ze hebben een negatief gevoel over zichzelf en geloven je niet. Ze moeten naar binnen keren en eigenwaarde ontwikkelen en dan gaat het goed.

Het spel ‘Ik-weet-wat-goed-voor-je-is’ wordt gespeeld door de arrogante betweter die je ongevraagd advies geeft en daarmee impliciet zet dat je er niet best aan toe bent dat je z’n advies nodig hebt. De dwaas staat meteen klaar om je adviseren, waar de wijze vragen zal stellen om je zelf de antwoorden te laten vinden en veel terughoudener zal zijn met advies. Dit spel wordt dus vooral gespeeld door dwazen die denken dat ze wijs zijn. Ze zeggen doodleuk wat je moet denken, voelen, doen en zijn alsof ze de wijsheid in pacht hebben en dat kunnen weten, nogal aanmatigend.

Het spel ‘Advocaat-van-de-duivel’ is geliefd bij de dwarsliggers die het altijd voor de tegenpartij opnemen en altijd het andere uiterste kiezen en nooit met je instemmen, het is passief-agressief gedrag om de eigen verdrongen woede niet te hoeven voelen.

Het spel ‘Mooi-weer-spelen’ deed ik vroeger heel veel. Ik zei altijd ‘prima’ op de vraag hoe het met me ging, ik had geleerd dat je de vuile was niet buiten hangt en was dus niet eerljk in m’n antwoord en vond dat ook prima.

Ik kan het boek van Eric Berne aanbevelen, je zult net als ik op op het idee van spelletjes komen en de bewustwording alleen al is al heilzaam, veel plezier ermee en lach erom en om jezelf!

Krommunicatie

Karel zei tegen Carla dat hij op 15 jarige leeftijd met z’n moeder had gesproken over polutie en dat z’n moeder dat maar niks vond en hij voelde zich toen niet begrepen. Carla antwoordde dat kleine kinderen ook niks van politie moeten hebben. Daarop zei Karel weer: ‘Nee polutie is niks voor kleine kinderen dat speelt pas vanaf 14 of 15 jaar’. ‘Welnee’ zei Carla, ‘kinderen weten al wat politie is’ en zo ging de krommunicatie wel een kwartier door en toen vond ik het tijd om in te grijpen. Ik vertelde Karel dat hij niet had gehoord dat Carla het over politie had en Carla dat ze niet had gehoord dat Karel het over polutie had en toen konden ze er wel om lachen…

Elly vertelde een grappig voorval van krommunicatie. Ze zei ooit tegen haar oma:’Kijk eens wat Hans een mooie trui aan heeft’. Waarop oma zei:’ja dat jong kan toch eten!’

God ontmoeten

M’n vriend Peter Jan zei dat als God bestond hij heel kwaad op God zou zijn(hij bedoelt op het beeld dat hij van God heeft gemaakt) ‘Maar ja’ zei Peter Jan ‘God bestaat niet dat is wel zeker’. Ik zei toen:’M’n conclusie is dan dat jij jezelf niet kent en boos bent op jezelf’ ‘Hoezo’ zei hij niet begrijpend. Ik zei:’Je hebt me zelf het verhaal verteld van de koning die God wilde ontmoeten, ik zal je dat verhaal terugvertellen, want je hebt het vergeten en zeker niet goed begrepen, anders zou je anders praten’.

De koning wilde God ontmoeten en plaatste een advertentie in de krant wie hem daarbij kon helpen. Hij kreeg daar geen enkele reactie op, want wie houdt zich daar nu mee bezig. Na lang zoeken vond hij een meester in India die hem kon helpen. Hij reisde af naar India en ontmoette de meester die hem vroeg: ‘Wie bent U?’ ‘Ik ben de koning’, zei de koning’. ‘Ja, dat is uw maatschappelijke rol, maar wie bent u?’ zei de meester. ‘Ik ben getrouwd en heb twee kinderen’ zei de koning. ‘Dat is uw sociale rol, maar wie bent u?’ sprak de wijze. ‘Ik ben gefortuneerd en rijk’ sprak de koning. ‘Ja dat is je financiële situatie, maar u bent uw geld niet, wie bent u’ zei de wijze. ‘Ik weet het niet’ zei de koning, waarop de meester antwoordde:’Weet eerst wie u bent  en dan zult u God ontmoeten’ Ik voegde er aan toe dat om te weten wie je bent je eerst moet sterven, sterven aan je ego. De Bijbel zegt:’De levenden zullen God niet zien’. Goethe zei: ‘Stirb und werde’. Na m’n crisis in 1992 begreep ik die woorden van Goethe pas, want ik was in 1992 zelf ook gestorven en opnieuw geboren. Johannes Tauler zei: ‘De pijnen van de crisis zijn de weeën van God’s geboorte in je’ en zo heb ik het ervaren vertelde ik Peter Jan. Toen ik dit allemaal vertelde zei Peter Jan niets meer, hij wist niet hoe hij hierop moest antwoorden

Een ander verhaal is dat van een geleerde die niet in God geloofde en daarover in discussie wilde met een wijze. De wijze zei echter alleen maar:’Kijk in m’n ogen’, verder geen enkel argument, de geleerde wist niet zo goed wat hij hiermee aan moest en was gewend om te debatteren en nu overkwam hem dit, hij keek maar hem viel niks op, waarop de wijze zei:’Als je God niet in m’n ogen ziet zul je Hem nergens vinden en niet ontmoeten. Vernon Howard werd gevraagd wat het verschil is tussen een verlichte en een gemiddelde mens, hij zei: ‘De verlichte ziet en de gemiddelde mens denkt’…

Om God te kunnen ontmoeten, moet jij eerst verdwijnen. Vernon Howard was het weer die zei dat jij het grootste probleem bent dat je in je leven tegenkomt. Je ego belemmert de ontmoeting met God, omdat hij het beter denkt te weten en maakt zelf goden naar zijn beeld, zoals Peter Jan deed die kwaad was op zijn beeld van God en dus op zichzelf.

Een ander verhaal is van een koning die een narrenstaf gaf aan z’n nar omdat z’n nar altijd de waarheid sprak en dat vond de koning heel dwaas. De koning zei:’Je mag deze narrenstaf doorgeven aan iemand die nog dwazer is dan jij bent’. Toen de koning op sterven lag riep hij de nar bij zich omdat hij behoefte had aan eerlijke antwoorden. De koning zei:’Ik vertrek binnenkort naar een ander land’ ‘Heeft u daar al informatie over ingewonnen’ zei de nar. ‘Nee’ zei de koning.’heeft u zich op e.e.a. voorbereid o.a op een mogelijke ontmoeting met God’ vroeg de nar. ‘Nee’ zei de koning. ‘In dat geval geef ik u de narrenstaf, want dan bent u nog dwazer dan ik.

Een monnik zei tegen een andere monnik;’Je krijg van mij 1 sinaasappel als je me vertelt waar God is’. De ander antwoordde:’Je krijgt van mij 2 sinaasappels als je me kunt vertellen waar God niet is’…..

Jezus zei: ‘De Vader en ik zijn één’, dan is er geen dualiteit en ben je verbonden met het grote geheel, één met de kosmos, het universum, is er geen kwaadheid of conflict, maar liefde, vrede en harmonie…

Omgekeerde wereld

Kleine muisjes hebben grote wensjes: brood met gestampte mensjes..

Het is vaak een omgekeerde wereld : de neus loopt en de voeten ruiken. Maar ook serieus. Nietzsche heeft daar mijns inziens terecht op gewezen dat je alles om kunt draaien. Hij had het over ‘umwertung aller Werte’. Hij zei:’Hoed u voor de ‘goeden’ want het zijn de giftigste vliegen die steken’. Als je jezelf goed noemt heb je geen besef van je schaduwkant en negatieve zijde en leef je met een geïdealiseerd zelfbeeld en ben je je eigen vijand zonder dat te beseffen. Ook Jezus zei:’Ik ben niet gekomen voor de mensen die zichzelf al goed genoeg vinden’. Ook hij vond dat niet de besten onder ons.

Als een dwaas waarheid hoort zal hij zeggen dat het een leugen is en niet waar is en afwijzen of het belachelijk maken. Ik ken dat bij mensen die ik wel eens een waarheid heb verteld, ze gingen meteen in de contramine en spraken me tegen, want het geïdealiseerde beeld moet koste wat kost uitverdedigd worden, een leugen moet altijd verdedigd worden, waarheid nooit.

De dwaas denkt dat hij wijs is, daarom is het een dwaas, ook hier is sprake van een omgekeerde wereld. De wijze Lao tse zei:’Misschien ben ik wel het enige warhoofd, want iedereen is altijd zo zeker van z’n zaak’ en Socrates zei:’Nu weet ik dat ik niks weet’.Daar kom je pas achter als je veel weet. Hoe minder mensen weten hoe meer ze denken te weten en omgekeerd.

Een van de mooiste uitspraken over een omgekeerde wereld vind ik wel van Schopenhauer die zei:’ Eeuw na eeuw hebben de wijzen altijd hetzelfde gezegd en eeuw na eeuw hebben de mensen altijd hetzelfde namelijk het tegengestelde gedaan’.. Het is tragikomisch.

Een onvermogende en gevoelsarme psycholoog nam een cliënt aan die bij zijn gevoel wilde komen. In plaats van eerlijk te zeggen dat hij dat niet kan omdat hij zelf ook niet bij z’n gevoel is ‘behandelt’ hij de cliënt meer dan 7 jaar, en natuurlijk zonder resultaat. Heel arrogant legt hij daarvan de schuld bij de cliënt die niet verder kan komen als hij hem niet kan helpen zei hij. Hij heeft zeker nog nooit van ho’oponopono gehoord dat zegt dat je als therapeut zelf het probleem bent omdat je er altijd bent als er een probleem is en dus aan jezelf mag werken om je te zuiveren en reinigen.

Jezus zei:’Heer vergeef het hen want ze weten niet wat ze doen’ Dat was waarheid. Het omgekeerde zit in het feit dat mensen denken wel te weten wat ze doen.,..en dus niks doen aan bewustwording..en dus niet weten dat ze niet weten…

De demoon zal zich altijd aardig en vriendelijk voordoen om je minder alert te malen en toe te kunnen slaan. De bedrieger zal je waarschuwen voor bedriegers om zo zelf eerlijk te lijken. We laten vaak het tegendeel zien van wat we zijn en leren de dingen ook door hun tegendeel kennen.

Een charlatan die iedereen oplichtte schepte enorm op over zijn eerlijkheid en puurheid. De lolbroek is er vaak triest aan toe, ze zeggen niet voor niets: ‘cry clown cry’

De meest bescheiden mens is uit op complimentjes over z’n bescheidenheid, die z’n trots strelen. De controlefreak denkt de controle te hebben maar laat zich juist controleren. Alles wat je probeert te controleren, controleert jou.

Het vogeltje

Een vogeltje lag eens in bevroren toestand in de wei, op sterven na dood, een koe kreeg mededogen en scheet een warme koeievlaai over het vogeltje heen waardoor hij ontdooide. Het vogeltje begon vrolijk te fluiten en dat trok de aandacht van een vos die hem uit de stront haalde en opat. Moraal van dit verhaal: Degene die op je schijt is nog niet altijd je vijand en degene die je uit de stront haalt is nog niet altijd je vriend.