Praatje met de cassière

De cassière zei: ‘Ik heb zo’n jeuk’, waarop ik zei:’ Dan moet je krabsalade nemen’. Ze snapte de grap niet en zei: ‘moet ik dat er dan opsmeren’, een andere cassière lachte wel en zei:’Nee dombo, het is een grapje van die meneer, krab – salade