Ik las het boek ‘Caring enough to confront’ van David Augsburger en dat sprak me erg aan. De vraag is of je genoeg geeft om iemand om hem of haar te confronteren met gedrag dat schadelijk is voor hem- of haarzelf en zijn/haar omgeving. Je riskeert namelijk een woedende reactie en ruzie als je confronteert, maar dat heb je ervoor over als je echt om iemand geeft.
Hoe je confronteert is van doorslaggevend belang, als je het met respect en liefdevol doet zal het niet zo snel als een aanval worden gezien. De Fransen zeggen: ‘C’est le ton qui fait la musique’. Niet alleen wat je zegt, maar vooral ook de manier waarop je het zegt zal de doorslag geven. Zorg er ook voor dat je de persoon niet afwijst maar alleen z’n gedrag.
Als ze jou confronteren met slecht of dom gedrag denk dan aan de volgende uitspraak van Howard:
” A good way for anyone to maintain his suffering state is to respond with hostility when corrected – Vernon Howard“
We hebben niks aan mensen die ons alleen maar naar de mond praten, de mooipraters, daar schieten we niks mee op. Ik leerde het meest van mensen die mij confronteerden met dom gedrag van mezelf. Die mensen durfden hun nek uit te steken en de manier waarop ik uitverdedigde te verdragen. Ik voelde me soms ook aangevallen en zocht dan zelfs de tegenaanval.
Als je lage gevoelens van eigenwaarde hebt als codependent, zoals ik die had, kun je (negatieve) kritiek niet verdragen. Je voelt je namelijk al niks en dan hoor je ook nog dat je het niet goed doet, dat is onverdragelijk, maar ook heel erg nodig voor je. Ik realiseerde me later pas dat als je nooit kritiek krijgt dat wellicht een teken is dat je je teveel inhoudt, dat je jezelf niet durft te uiten, te voorzichtig bent, te bang om iemand te kwetsen(omdat je zelf zo gekwetst bent in het verleden).
In een relatie kun je de schijn niet blijven ophouden en confronteer je elkaar met elkaars schaduwzijden en dat is soms pittig om te verwerken. Het past namelijk niet in je geïdealiseerde zelfbeeld dat je van jezelf hebt gemaakt om je reële zelfbeeld te ontvluchten, want dat kon je niet uitstaan.
M’n vriend Peter Jan speelt graag advocaat van de duivel en ik confronteerde hem daarmee door te zeggen dat hij een subpersoonlijkheid in zich heeft die advocaat van de duivel heet en speelt. Hij lachtte(lachen is herkennen) en zei eerlijk dat dat wel klopte en bedankte me voor m’n reflectie.
Een collega van me kwam ik tegen bij een boekhandel. Ik confronteerde hem met het idee dat hij een hele gevoelige man is die z’n gevoelens onderdrukt. Hij begreep me niet en haalde z’n schouders op en liep verder. Een jaar later kom ik hem bij dezelfde boekhandel weer tegen en hij herhaalt de woorden die ik een jaar eerder tegen hem heb gezegd en zei lachend:’Het kwartje is nu gevallen’ en bedankte me. Hij was nu in therapie en leerde meer over z’n gevoelsleven. Zo gaat het niet altijd er zijn ook mensen die ervoor kiezen om boos te zijn en te blijven en niet willen leren. Dat is dan hun probleem, ik maak er niet het mijne van…